Waar heb je last van als je AD(H)D hebt?  

Als je veel dingen hoort en ziet wil je ook weten wat het is. Dan moet je dus bewegen om alles in de gaten te houden. Wat je ziet en/of hoort, onthoudt jouw hoofd. Je hoofd wil ook nadenken over wat je gezien of gehoord hebt. Wanneer je dus veel ziet en hoort, is het bij jou weleens te druk in je hoofd.

Als je bewegelijk bent, maak je wel eens onbedoeld ongelukjes: je stoot een beker om bijvoorbeeld, of je valt van je stoel. Andere mensen die geen AD(H)D hebben kunnen zich afsluiten voor andere geluiden wanneer zij aan een werkje werken. Voor jou is dit moeilijk. Mensen zonder AD(H)D bewegen dus minder en vinden je soms te druk. En weet je wat nu zo leuk is?  Jijzelf hebt hier helemaal geen problemen mee.

 

Het is voor jou moeilijk om langer te werken aan één opdracht. Vooral als het iets is wat je niet snapt.  Dan gaat je aandacht al snel naar iets wat veel leuker of gemakkelijker is. Hierdoor kan het zijn dat je werkjes niet af krijgt en de stof ook niet leert begrijpen. Dan kan het zijn dat je steeds verder gaat achterlopen terwijl je eigenlijk net zo slim bent als de ander.

 

Soms vind je het moeilijk om netjes te schrijven. Vooral als je veel drukte voelt in je hoofd. Zo kan het ook zijn met lezen. Er zijn zoveel letters,  dat je jezelf niet de tijd gunt om het goed te lezen. Soms ga je het verhaaltje leuker maken, door er zelf iets omheen te verzinnen.

 

Tijdens het spelen kan het zijn dat andere kinderen je niet begrijpen. Ze vinden je te druk, ze vinden dat jij je bemoeit met dingen waar je eigenlijk niets mee te maken hebt. Jij vindt dit heel raar. Wanneer iemand in de problemen zit ga jij helpen. Je wacht niet af. Je laat nooit iemand aan zijn lot over. Kinderen zonder AD(H)D  wachten meestal af. Zij kijken eerst om zich heen of anderen wel zouden helpen. Als die niks doen, doen zij ook niks. Een soort van "kuddegedrag".  Zij vinden het knap dat jij wel direct iemand helpt. Zij schamen zich dat zij dit niet kunnen, maar durven dit vaak niet toe te geven. Ze gaan je dan uitdagen of zij geven je negatieve kritiek op iets wat je juist heel goed hebt gedaan.

 

Thuis valt het je  op dat je vader of moeder je vaak zegt wat je wel en niet moet doen. Bijvoorbeeld: kleed je eerst eens aan voordat je naar beneden komt, hang je jas eens op? Heb je nu nog je kamer niet opgeruimd? Schiet eens op, je moet over vijf minuten naar school. Dat komt omdat je vaak niet één ding tegelijk doet en niet kan kiezen wat kan wachten of wat echt noodzakelijk is.

 

Het is niet leuk als er vaak op je gemopperd wordt.  Grote mensen vinden vaak dat jij iets moet doen omdat het zo hoort. Jij doet het misschien op jouw manier maar dat vinden de mensen zonder ADHD raar. Jij moet je dus heel vaak aanpassen aan de mensen die geen ADHD hebben.

Je bent vaak je spulletjes kwijt, terwijl je ervan overtuigd bent dat jij je fietssleutel toch echt in het bakje hebt gelegd.

Het is niet leuk dat anderen laten voelen dat je anders bent terwijl jij je heel normaal voelt.

Je bent vaak druk in je hoofd. 

Je kan makkelijk piekeren over dingen die je gezien of meegemaakt hebt. Dit piekeren gebeurt gewoon tijdens de les, of wanneer je in je bed ligt. Kinderen zonder AD(H)D hebben hier veel minder last van.

Sommige kinderen met AD(H)D kunnen moeilijk inslapen. Het kan liggen aan een stofje in ons lichaam dat wordt aangemaakt als wij gaan slapen. Dat stofje heet Melatonine. Sommige kinderen met AD(H)D hebben een tekort van dit stofje.