Tips voor in de klas

Vaak denken mensen dat alle kinderen met AD(H)D hetzelfde zijn. Maar net zoals geen enkel kind hetzelfde is, zijn ook kinderen met AD(H)D allemaal anders.  Daarom zal de ene aanpak wel werken bij dit kind, en bij een ander kind met AD(H)D niet. Er moet dus gekeken worden naar de onderwijsbehoeften van dit kind: Wat heeft dit kind in deze situatie nodig.

Omdat kinderen met AD(H)D veel vaardigheden, die nodig zijn in dagelijkse schoolsituaties, missen, zullen er aanpassingen gedaan moeten worden op organisatorisch en didactisch gebied. 

 

Anton Horeweg geeft in zijn boek Gedragsproblemen in de klas (2013) en op zijn website www.gedragsproblemenindeklas.nl een scala aan tips om kinderen met AD(H)D zo goed mogelijk te begeleiden in de klas. Hieronder volgt een keuze hieruit:

Algemeen:

  • Probeer een goede relatie op te bouwen met deze kinderen. Deze kinderen hebben al vaak conflicten met andere kinderen, dan is het fijn om een goede band te hebben met de leerkracht.
  • Zorg dat de schooldag voorgestructureerd is. Op deze manier kun je ook rekening houden met de momenten waarop het mis kan gaan: aan het werk gaan, wat als je klaar bent, de pauze.... en kun je adequaat handelen en dingen voorkomen.
  • Ga uit van de positieve kanten van deze kinderen.
  • Bespreek in de klas wat AD(H)D is (in overleg met het kind en de ouders)
  • Negeer negatief gedrag zoveel mogelijk, benoem vooral het positieve gedrag.
  • Maak bij vrije situaties, zoals de pauzes, excursies en schoolreis, vooraf goede afspraken.
  • Houdt tijdens de les positief contact met de leerling, door oogcontact, een duim omhoog, een knipoog.
  • Geef veel individuele aandacht. Omdat hun hoofd vaak vol is met andere dingen, zullen ze je niet horen als je niet vooraf hun naam genoemd hebt.
  • Leer het kind weg te lopen uit conflictsituaties en naar jou toe te komen, in plaats van meteen in de aanval te gaan.
  • Zorg dat het kind tussendoor kan bewegen. Sta loopjes toe, geef het kind af en toe een boodschapje naar een andere klas.

De omgeving:

  • Maak het dagprogramma inzichtelijk door dit op te hangen in de klas. Dit werkt voor alle kinderen goed. Het geeft veiligheid als een kind weet wat er komt.
  • Geef een kind met AD(H)D een strategische plek in de klas. Zorg voor een plek waar oogcontact mogelijk is. Bij sommige activiteiten is het prettig voor het kind om een scherm om zijn/ haar tafeltje te hebben om zich te kunnen concentreren op het werk. Zorg dat het kind een werkplek heeft die makkelijk, zonder kans op ongelukjes, bereikbaar is.
  • Laat het kind alles klaar leggen wat nodig is voor een taak, vóór het hieraan begint. Benoem wat er nodig is of maak samen een checklist per vak. Het is handig als het kind geen andere spullen in het kastje heeft dan de boeken, pen potlood en liniaal.

De instructie:

Kinderen met AD(H)D missen vaak een deel van de instructie. Zij kunnen vaak hun gedachten niet stoppen en zich maar kort concentreren. Jij als leerkracht zult ze er dus steeds bij moeten slepen. Dit kan door regelmatig de naam te noemen en oogcontact te maken. Ondanks deze trucs kan het kind een deel van de instructie gemist hebben en niet weten wat het moet doen. Vaak is dit een mooi moment om te gaan klieren. Het is dan goed om het kind na de klassikale instructie nog even bij je te roepen en een korte instructie te geven.

 

Ten slotte: Geen enkele leerling gaat 's morgens van huis met het plan om zich te misdragen: niemand is een klier voor zijn plezier. Deze kinderen kunnen er (meestal) niets aan doen dat ze beweeglijk, vergeetachtig en chaotisch zijn!