Kinderen die nog niet naar school gaan, worden vaak wel druk gevonden, maar meestal schrijft men dit toe aan normaal peutergedrag. In groep 1 en 2 blijken deze kinderen dan moeilijk stil te kunnen zitten, moeite te hebben met luisteren naar de juf en het lastig te vinden om samen te spelen  met andere kinderen. Vaak komt in groep 3 de vraag of er misschien sprake is van AD(H)D (Delfos, M.F. 2007). Er wordt dan verwacht van kinderen dat ze voldoen aan allerlei schoolse vaardigheden, zoals stilzitten, luisteren, opletten, goed spelen, gedrag remmen en goede sociale contacten opbouwen met andere kinderen en de leerkracht.

Kinderen waarvan vermoed wordt dat er sprake is van AD(H)D hebben vaak meerdere van onderstaande kenmerken en gedragingen:

• Ze kunnen moeilijk op hun plaats zitten en zijn erg beweeglijk. Als ze wel op hun plaats zitten, zitten ze nog te wiebelen en friemelen.
• Ze praten vaak aan één stuk en roepen voor hun beurt.
• Omdat ze zich niet langdurig kunnen concentreren, missen ze een deel van de instructie.
• Deze kinderen reageren vaak primair, doordat ze minder interne spraak hebben.
• Ze verstoren vaak het spel van anderen, doordat ze zich opdringen in het spel.
• Ze gaan taken, die een langdurige geestelijke inspanning vereisen, uit de weg.
• De innerlijke motivatie om door te werken aan iets, is kleiner dan bij andere kinderen.
• Door een kleiner werkgeheugen is automatiseren lastig.
• Ze zijn vaak onhandig, hebben vaak  “ongelukjes”.
• Ze raken snel gefrustreerd als iets niet lukt.
• Ze hebben een slechtere emotieregulatie: huilen snel of zijn snel boos.
• Kinderen met AD(H)D zijn vaak op zoek naar sterke prikkels.

Wanneer er bij een kind sprake lijkt van AD(H)D, is onderzoek door een deskundige (orthopedagoog of een gespecialiseerd kinderarts, kinder- of jeugdpsychiater ) noodzakelijk. Als leerkracht mogen we deze diagnose nooit stellen. Wel kun je, in overleg met de intern begeleider op school, je handelen afstemmen op het gedrag van het kind. Door kleine aanpassingen in jouw leerkrachtgedrag kan een schooldag voor een kind met (een vermoeden van) AD(H)D een stuk effectiever en makkelijker zijn.