Als ouder van een kind met AD(H)D moet je extra geduldig, toegewijd en bereid zijn om voor je kind op te komen, ook al lijkt niemand te begrijpen welke bijzondere behoeften hij heeft. (Shapiro, 2010) Veel kinderen met AD(H)D brengen hun ouders in verlegenheid omdat ze zich niet makkelijk laten opvoeden. Door hun onvoorspelbare gedrag maken ze het hun ouders erg lastig om rustig en positief te blijven reageren, terwijl kinderen met AD(H)D hier juist het meest van leren (Buitelaar en Paternotte 2013).

Het lijkt eenvoudig om  je eigen gedrag of dat van je kind te veranderen, maar dat is het niet. Het veranderen van de manier waarop u op uw kind reageert - iets wat meestal onbewust gebeurt - vraagt nogal wat inzicht en doorzettingsvermogen.

Het is belangrijk niet al het gedrag tegelijk te willen veranderen. Beginnen met een duidelijk, klein stukje gedrag dat niet zo moeilijk te veranderen is, werkt het best (bijvoorbeeld: samen eten aan tafel). Hoe kleiner de stappen, hoe groter de kans op succes, wat zo nodig is voor alle partijen om de moed erin te houden erin te kunnen houden. 

Positief benaderen.

Belangrijk is ook om te benadrukken wat  wèl goed gaat. Wanneer je je vooral richt op het ongewenste gedrag, kom je in een vicieuze cirkel van dreigen, niet luisteren, straffen, niet luisteren, dreigen, straffen ... terecht. Het gevolg is een ongelukkig kind, een nare sfeer en veel frustratie. Bovendien: een negatieve aanpak (blijven hameren op: níét gooien, níét slaan, níét schreeuwen, doe niet zo wild!, hou op met schelden) werkt niet.  Zeggen wat u wél wilt ('geef die stok aan mij, ga even daar op de bank zitten') werkt wel.

Regels en structuur.

Alle kinderen hebben regels en structuur nodig. Dat geeft duidelijkheid en daardoor veiligheid. Kinderen met AD(H)D vinden het moeilijker dan andere kinderen om structuur te zien en zelf structuur aan te brengen, waardoor ze dus veel langer duidelijke uitwendige structuur nodig hebben.

Bij het aanbrengen van structuur moet aan de volgende punten gedacht worden:

  • structuur in het gezinsleven
  • structuur in de omgeving
  • structuur in het taalgebruik

Structuur in het gezinsleven

Structuur in het gezinsleven betekent dat dingen dagelijks of wekelijks op (ongeveer) dezelfde tijd en plaats gebeuren. Het betekent ook dat ze in dezelfde volgorde gebeuren.

Het is voor kinderen met AD(H)D belangrijk dat veranderingen op tijd worden aangekondigd. Dat geldt voor verandering van activiteit binnen het 'gewone' programma ("Over tien minuten gaat de tv uit want dan gaan we eten.") maar ook over wijzigingen in het programma ("Morgen haalt oma je uit school. Mama haalt je niet uit school, want mama moet naar de tandarts.").

Structuur in de omgeving

Structuur in de omgeving betekent vaste activiteiten op een vaste plaats (bijvoorbeeld eten aan tafel) en een opgeruimde omgeving. Het gaat ook over vaste regels voor het opruimen van speelgoed, alles heeft een vaste plaats. Structuur in het aanbieden van speelgoed kan het kind helpen zelf overzicht te houden.

Structuur in het taalgebruik

Breng structuur in het taalgebruik door korte zinnen te gebruiken  Vooral bij het geven van een opdracht of als het kind iets verboden wordt. Geef het kind één opdracht tegelijk.

 

Laat de AD(H)D van je kind nooit een excuus zijn voor moeilijk gedrag. Ook dit kind moet zich aan regels en afspraken houden, al zal het soms moeilijker zijn om ze aangeleerd / ingeslepen te krijgen.