Een diagnose, en nu?

Na het beantwoorden van heel veel vragen en na het onderzoek  zegt de arts dat je kind voldoet aan de criteria voor de classificatie AD(H)D. Dit betekent dat je zoon of dochter de kenmerken van AD(H)D heeft volgens afgesproken regels die zijn opgenomen in het internationale psychiatrische classificatiesysteem, de DSM (zie 'DSM' op de homepage). Op dit moment is dit de DSM V.

Vaak zijn ouders in eerste instantie opgelucht bij het horen van de diagnose. Er is een verklaring voor de problemen en er zijn mogelijkheden voor behandeling. Ouders die in de veronderstelling waren (wellicht door reacties van de omgeving) dat ze slechte opvoeders zijn, worden bevrijd van hun schuldgevoel.

Anderzijds kun je als ouders ook verdriet hebben. Je kind heeft een stoornis en je kan allerlei leeuwen en beren zien op de weg naar de toekomst.

Maar ook al is AD(H)D een ontwikkelingsrisico, een handicap, dit betekent niet dat je als ouders moet accepteren dat je kind het gezinsleven ontwricht, het op school slecht doet en ongelukkig is. Het is nog steeds goed mogelijk je kind op te voeden tot een goed functionerend, gelukkig mens, al zal dit veel tijd en energie kosten (Buitelaar & Paternotte, 2013).